Als zanger en acteur heb je de mogelijkheid om je gedachten en gevoelens te verwoorden door middel van de taal. Anders dan in instrumentale muziek kan emotie door middel van taal specifiek worden gemaakt en om die reden heb je ook de verantwoordelijkheid om alle expressieve kracht van de tekst te gebruiken. In de vorige twee artikelen hebben we het gehad over het verstaan en begrijpen op intellectueel niveau. In dit slotstuk duiken we nog dieper in de communicatie tussen de zanger en het publiek, en onderzoeken we welke expressieve mogelijkheden er zijn binnen dictie om de totale boodschap van de zanger/acteur congruent en maximaal over te brengen aan het publiek. Liedteksten kunnen namelijk zo dood blijven als ze zijn op papier, of kunnen tot leven worden gewekt door de virtuositeit van de acteur.
“Whatever the style of writing, the actor has to find the right energy for that particular text; if his energy becomes too inward and controlled the words become dull; if he presses too much energy out the words will be unfocussed and the thought will be generalized. Either way the result is that the speaking of text or dialogue is too often not as alive or remarkable as the imagination that is feeding it.” (Berry, 2000)
Het gaat hierbij niet om ‘interessant klinken’. Het gaat erom dat je de woorden en zinnen binnendringt zodat jij én je publiek daar op kunnen reageren.
Woordsubstantie
Zoals gezegd hebben we het tot nu toe gehad over verstaan en begrijpen op intellectueel niveau. Nu zijn woorden niet alleen intellectueel maar ook zintuigelijk. Anders gezegd: woorden weerspiegelen niet alleen hun betekenis, maar vaak ook het idee of gevoel erachter. Denk bijvoorbeeld aan ‘stil’, ‘streng’ en ‘lief’.
Verschillende klanken hebben een verschillende expressieve kracht. Zo is er een duidelijk verschil tussen de scherpe percussieve klank van een /p/, /t/ of /k/; de zwaardere knallen van een /b/ of /d/; de vibrerende /v-h-z/ en de hissende /f/ en /s/. Deze klanken hebben een zintuigelijk effect op zowel de spreker als de luisteraar.
Er zijn geen vaste regels over hoe je deze moeten gebruiken, maar het is wel een gereedschap dat je moet onderzoeken. Hiermee is de zanger expressiever, maar daarnaast geven deze klanken ook een kijkje in de verbeelding van de schrijver en de belevingswereld van het personage, daar de klanken vaak bewust zo zijn gekozen.
De energie van een woord staat dus vaak in relatie tot zijn betekenis. In The Actor and The Text (Berry, 2000,) wordt hierom het belang aangegeven van het bewustzijn van het verschil in lengte tussen verschillende klinkers, medeklinkers en combinaties daarvan. Tekst op zo’n gedetailleerde manier bestuderen is slechts op papier lastig. De manier om woorden meer leven en kleur te geven is niet door de zanger harder te laten nadenken over de betekenis, maar om de taal in actie te voelen en de energie te laten ervaren terwijl hij de woorden uitspreekt. Deze energie wordt overigens pas echt gevonden als deze verbale componenten samenvallen met metrum, ritmiek en betekenis. Het gaat daarbij niet alleen om intellectuele concepten als assonantie, alliteratie en onomatopeeën. Het doel is dat er instinctief gereageerd wordt op de taalklanken zodat de betekenis er niet uit hoeft te worden geduwd.
Attitude en emotie
Die betekenis bestaat niet slechts uit de inhoud van de tekst. Naast dat je als acteur een inhoudelijke boodschap communiceert, communiceer je ook je houding ten opzichte van die boodschap. Met behulp van prosodie kan de spreker uitdrukken welke houding dat is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan vertraging van spreektempo om ironie of sarcasme uit te drukken. De signalering van attitude en emotie berust vooral op de manier waarop een gekozen beweging wordt uitgesproken (groter, kleiner, sneller, langzamer), meer dan op de beweging zelf: adem kan hoorbaarder zijn, accenten kunnen verplaatsen, groter of kleiner zijn, medeklinkers kunnen meer of minder aanwezig zijn. Hiermee vergroot je direct de expressiviteit van je tekstbehandeling.
Net als bij de fraseringsverschijnselen en accentueringsverschijnselen zoals besproken in deel 2 van dit drieluik, zit de moeilijkheid ‘m niet in de bewegingen zelf, maar in het bewust inzetten van die bewegingen. Onthoud dat deze prosodische verschijnselen vanzelfsprekend zijn in dagelijkse spraak, maar vaak verdwijnen zodra je gaat zingen. Alleen het denken aan en voelen van attitude en emotie volstaat niet.
“No matter how good your analysis and emotional investment are, if they aren’t clearly expressed in your physical and vocal behaviour, it’s all just an academic exercise” (Deer, Dal Vera, 2016)
Denken volgens de puls
Voor het behandelen van (Shakespeare) monologen stelt Cicely Berry (2000):
“If the metre is the rule by which we should work, the actor must start to think and feel in that pulse; for when the rhythm breaks within the text it does so because the character, to a large or small degree, is at odds with his natural rhythm. And so the metre is there to help the actor find the impulse.”
Hier kan een parallel naar liedteksten worden getrokken:
Als het ritme de regel is volgens welke we moeten werken, moet de zanger denken en voelen volgens de puls.
Dit betekent dat bijvoorbeeld een lange noot een langzaam uitgedrukte gedachte is en snelle muziek ook betekent dat er snel gedacht moet worden. Acterende zangers (of zingende acteurs) moeten zich bewust zijn dat ritme en vorm een integraal onderdeel van betekenis vormen. Een verandering in ritme, melodie of harmonie, betekent dan vaak ook een dramatische verandering. De stuwing van de gedachte kan hiermee worden geholpen door een verandering in de muziek. Door de puls te laten werken kan de tekst veel lichter worden gehouden en hoeft de betekenis en intentie er niet doorheen te geduwd te worden.
Want ondanks dat ik het veel heb gehad over hoe muziek een belemmering kan zijn voor je tekstbehandeling draagt goed geschreven muziek uiteraard ook in grote mate bij aan je interpretatie. In het begin zal het een flinke klus zijn om aan al deze ‘regels’ te voldoen. Maar onthoud dat als je hier geoefend in raakt, de tekst en muziek voor jou gaan werken en je het als zanger en acteur een stuk makkelijker krijgt.
Tot slot
Om maximaal expressief te zijn is het een voorwaarde dat je verstaanbaar bent en is het een voorwaarde dat je publiek begrijpt wat je zegt. Als je deze drie pijlers van dictie onder de tekst weet te krijgen, bouw je pas echt aan liedteksten vol leven: aan Living Lyrics.
Bronnen
Berry, C. (2000). The Actor & The Text
Craig, D. (1990). On Singing On Stage
Deer, J., Dal Vera, R. (2016). Acting in Musical Theatre
Rietveld, A.C.M., VanHeuven, V.J. (2009). Algemene Fonetiek